Schouderklachten hebben vaak een grote impact hebben op het dagelijks leven. Een pijnlijke schouder bemoeilijkt allerlei dagelijkse bezigheden; van simpele handelingen zoals aankleden tot intensievere activiteiten zoals sporten. Maar wanneer is een schouderoperatie echt nodig? In dit artikel lees je de meest voorkomende oorzaken van schouderproblemen, de indicaties voor een operatie en de mogelijke behandelingen.
Oorzaken van schouderklachten
Veel schouderproblemen ontstaan door gewrichtsslijtage (artrose) of letsel aan de spieren en pezen rondom het gewricht. De schouder is een kogelgewricht dat bestaat uit een kom en de kop van de bovenarm. Spieren en pezen, gezamenlijk de rotator cuff genoemd, zorgen voor de stabiliteit en beweging van de schouder. Wanneer deze structuren beschadigd raken, kan dit leiden tot pijn en bewegingsbeperkingen.
Artrose is een van de meest voorkomende oorzaken van schouderklachten. Dit is een degeneratieve aandoening waarbij de kraakbeenlaag tussen de gewrichtsvlakken dunner wordt of verdwijnt. Hierdoor kunnen de botten minder soepel langs elkaar glijden, wat pijn en stijfheid veroorzaakt. Naast artrose kunnen ook spierscheuren of een ernstig trauma aan de schouder een reden zijn voor operatief ingrijpen.
Wanneer is een schouderoperatie nodig?
Een operatie wordt meestal pas overwogen als andere behandelmethoden, zoals fysiotherapie en medicatie, onvoldoende helpen. Een orthopedisch chirurg beoordeelt de situatie en bespreekt samen met de patiënt of een operatie de beste oplossing is. Een schouderprothese is vaak noodzakelijk bij:
- Ernstige gewrichtsslijtage (artrose) waarbij dagelijkse activiteiten worden belemmerd;
- Een onherstelbare scheur in de rotator cuff;
- Aanhoudende pijn die niet reageert op fysiotherapie of pijnmedicatie;
- Instabiliteit van de schouder na een trauma.
Afhankelijk van de oorzaak en de ernst van de schade kan de chirurg kiezen voor een totale schouderprothese of een omgekeerde (reversed) schouderprothese.
Verschillende typen schouderprotheses
1. Totale schouderprothese
Bij een totale schouderprothese wordt zowel de schouderkop als de kom vervangen. De orthopedisch chirurg maakt een snede aan de voorkant van de schouder en verwijdert de beschadigde schouderkop. Vervolgens wordt een metalen bol met een steel in het bot van de bovenarm vastgezet. De schouderkom wordt vervangen door een kunststof component, waardoor het gewricht weer soepel kan bewegen.
Deze optie is vooral geschikt voor patiënten met ernstige artrose maar met een intacte rotator cuff. Omdat de structuren rondom het gewricht, zoals spieren en pezen, behouden blijven, kan de schouder na revalidatie weer goed functioneren.
2. Omgekeerde (reversed) schouderprothese
Wanneer er naast artrose ook sprake is van een ernstige peesscheur, kan een omgekeerde schouderprothese nodig zijn. Hierbij worden de posities van de gewrichtsdelen omgedraaid: de nieuwe schouderkop komt op de plek van de oorspronkelijke kom en andersom. Hierdoor kan de schouder blijven functioneren, zelfs als de rotator cuff zijn stabiliserende functie niet meer kan uitvoeren.
Hoe verloopt een schouderoperatie?
Een schouderoperatie duurt gemiddeld 1 tot 1,5 uur en vereist meestal een ziekenhuisopname van twee tot drie dagen. Voorafgaand aan de operatie vindt een pre-operatief spreekuur plaats, waarbij een verpleegkundige de gezondheidstoestand van de patiënt beoordeelt en eventuele bloedonderzoeken of hartfilmpjes uitvoert. De anesthesioloog bespreekt daarnaast de vorm van verdoving die wordt gebruikt tijdens de ingreep.
Op de dag van de operatie wordt de patiënt opgenomen en klaargemaakt voor de ingreep. Tijdens de operatie wordt de beschadigde schouder vervangen door de prothese, waarna de wond wordt gehecht en de arm in een immobilizer (draagband) wordt geplaatst.
Wat kun je verwachten na de operatie?
Na de operatie volgt een herstelperiode waarin de nadruk ligt op fysiotherapie. De eerste dagen in het ziekenhuis staan in het teken van wondverzorging, pijnbestrijding en mobilisatie. Vaak start de fysiotherapeut direct met oefeningen voor de vingers, pols en elleboog om stijfheid te voorkomen.
Het herstelproces na een schouderprothese duurt gemiddeld drie tot zes maanden. In deze periode is het belangrijk om de instructies van de fysiotherapeut goed op te volgen en geleidelijk de kracht en beweeglijkheid van de schouder te herstellen. De eerste zes weken moet de arm grotendeels in de immobilizer blijven en zijn bewegingen beperkt tot onderhandse handelingen.
Mogelijke complicaties
Net als bij elke operatie zijn er risico’s verbonden aan een schouderoperatie. Mogelijke complicaties zijn onder andere:
- Infectie rond de prothese
- Nabloedingen
- Beschadiging van zenuwen
- Stijfheid van de schouder (frozen shoulder)
- Luxatie (uit de kom schieten van de prothese)
- Slijtage en loslating van de prothese na verloop van tijd
Door middel van een goede voorbereiding, een nauwkeurige opvolging van revalidatie-instructies en regelmatige controle bij de orthopedisch chirurg kun je het risico op complicaties verminderen.